06 – 52 71 16 37    ✉  ineke@verdoner.nl

Stil vallen

30 mei 2023 | Inspiratie

Volgens mij is stil vallen net zoiets als droog vallen; dat laatste heb ik nog nooit gedaan, maar ik stel me zo voor, op een schip in een zee van water, een zandbank als anker en dan niets te moeten met zeilen, motoren, laveren of op tijd in een haven zijn; alleen maar stil liggen. Beetje gewiebel en geklots, zeemeeuwgeluiden en verder overal horizonnen, waar je ook kijkt.
Dat wilde ik. Maar hoe kwam ik daar?

Ik heb een drukke tijd achter de rug en er staat ook nog het een en ander op het programma voor de zomerrust aanbreekt. Begrijp me niet verkeerd, ik geniet van wat ik doe, er is weinig bij dat een verplichting is en helemaal niets wat ik zonder zin doe. Echter, het actieve leven vraagt zo nu en dan een soort pauze en die blijkt niet makkelijk in te organiseren. Mijn doe-groef is sterk en het werkwoord doen laat zich er niet makkelijk uittikken.
Daarom had ik me voorgenomen om het lange weekend van Pinksteren te luieren. Maar door ervaring wijs geworden weet ik dat dat voornemen wat werk vraagt voor het zover is; er is een opdringerig soort moeten in mijn energie, dat eerst aangekeken moet worden. Dat moeten is mijn ‘draak’ en het is me helder dat het niet helpt om draken te bevechten; het gaat erom in dialoog te gaan en vast te stellen wie hier de baas is; draken zijn te temmen.
Dat was dus nog het klusje voordat het stil vallen er kon zijn.

De voorspelling van het mooie weer hielp mee; dan kan ik visualiseren dat ik in de tuin zit, lezend of dommelend terwijl ik geniet van mijn verrukkelijke ligstoel, die mij draagt. Maar het hoofd voerde nog de boventoon, dus het lukte me niet om me echt te ontspannen; nog een appje naar die, oh ja, de rodekoolsalade vast maken, zodat de dressing kon intrekken, nog even een wasje draaien … de draak was luid en duidelijk aanwezig met alles wat er ‘nog even’ moest.
Toen ik in gesprek ging met mijn onrust werd ik me bewust van een groot verlangen naar de stilte van droog vallen en ik besloot de natuur in te gaan. Ik houd erg van de Soester Duinen; dat gebied is als een zee, maar dan van zand, prachtig en wijds. Het was er heerlijk.
Én er waren veel mensen.
Ook op de bospaden.
En honden, gezinnen met kinderen.
Ook heel leuk, maar het was er dus niet stil.

De volgende dag luisterde ik tijdens het doen van de afwas een podcast; in Tijdboek Lumens gaf pastor Martin Klok zijn visie op religie en relatie binnen de kerk en al mijn weerzin tegen dat instituut werd wakker. Ik zette het uit en terwijl ik me opnieuw realiseerde hoe diep die moeite met alles dat kerk heette nog zat, werd er ook iets anders wakker: in kerken was het vaak echt stil! Daarbij was het de eerste Pinksterdag, dus de kerken waren vast open en er waren er verschillende bij mij in de buurt.
Een beetje grinnikend om dit idee, dat uit mijn weerstand was geboren, besloot ik deze optie te onderzoeken.
Om niet alles te laten afhangen van het welslagen van dit plan, nam ik de tijd voor een meditatie, zette mijn telefoon uit en deed wat tuinwerk; dat helpt me altijd om meer naar binnen te keren.

Het is maar een korte wandeling door het park met de prachtige bomen, langs de Eem naar ‘t Zand. Daar staat de Sint Franciscus Xaveriuskerk, die deel uitmaakt van de parochie van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort en ja, dat vrouwelijke sprak me aan.
Het is druk op straat; het stralende weer lokt iedereen naar buiten en het terras van Van Zanten zit vol.
De kerkdeur staat op een kier; met enige aarzeling beklim ik de kleine trap. Er ligt een veer, die ik gedachteloos opraap terwijl ik de zware deur openduw. Ik sta in de koele hall maar als ik door wil lopen blijkt de entree naar de kerkzaal dicht. Een beetje teleurgesteld draai ik me om om het gebouw weer te verlaten, als mijn oog valt op nog een deur in de hall, waarop een bordje dat me laat weten dat de Mariakapel alle dagen open. Ah, dat was fijn. Ik heb wel wat met ‘Marie’, zoals ik haar in gedachten noem. Ik open de deur en kom in een kleine, lichte ruimte, met een paar bankjes, waar kaarsjes branden en mooie bloemen staan.
Onmiddellijk bij binnenkomst zie je het prachtige schilderij; Maria – of is het Jezus? – is omringd door meisjes en engelen. Met open armen heet zij of hij mij welkom en er loopt spontaan een traan over mijn wang.

Ik heb er een half uurtje gezeten.
Alleen. Er kwam niemand anders binnen.
Het was er verrukkelijk stil en ik voelde alle moeten uit me wegglijden. Verzachting. Al mijmerend over mijn relatie met het universum, met all-there-is, mijn moeite met die mannelijke god, had ik een soort conversatie met ‘mijn’ Marie over alle draken en gedoe in ons hoofd, in de wereld en hoe zalig het is als we dat even los kunnen laten. Ik stak nog een lichtje aan voor dierbaren en allen die wat licht konden gebruiken, nou ja, wie niet eigenlijk, dus nog een kaarsje en dankte de kapel voor de stilte.
Ik nam heel hartelijk afscheid van de Vrouwe en haar engelen, schonk de veer aan een volgende bezoekster. Toen ik me omdraaide om de ruimte te verlaten werd mijn aandacht getrokken door het woord ‘Vrouwen’ boven een artikeltje in het kerkblad dat bij de deur lag. Het was echt voelbaar geweest, die voedende energie van het vrouwelijke in de kapel; het verwelkomende gebaar op het schilderij, de bloemen. De energie van het pleidooi van de diaken achter mijn rug, als steun, had daar vast aan bijgedragen.
Dankbaar liep ik naar buiten.

Het was nog steeds stralend weer en ik slenterde door de stad naar huis.
Ik was stil gevallen. En nog.
Amen.

Ineke Verdoner
eerste Pinksterdag 28 mei 2023.