Het was weer heerlijk vanochtend en ik liep nagenietend naar huis. Eéns in de veertien dagen is de vrijdagochtend dansochtend, met een lekker kopje koffie in het naastgelegen etablissement als toetje. Een fijn ritueel, met een fijne groep mensen.vbHet was druk vanochtend; er waren extra veel dansers omdat onze dansjuf jarig was. En we hadden ook weer fijn gezongen tijdens de dans. Zo nu en dan nodigt het ritme, de muziek, de sfeer uit om te zingen; dan wil de beweging mijn geluid erbij. En dat kan daar.
Steeds meer durven mee te doen of zelf hun stem te laten horen en dat doet mij als ‘singer’ heel goed.
Ik werd uit mijn gemijmer gehaald door twee meisjes; ze stonden plotseling voor me en vroegen me iets.
Er knetterde net een scooter langs, dus ik keek ze vragend aan.
‘Of we u iets mogen vragen’, zei de ene.
‘Over uw beroep’, vulde de andere aan.
Ze leken een beetje op elkaar: beiden hadden blond haar in een paardenstaart, een bril, beugel en jeugdpuistjes.
En ze waren zo jong!
‘Voor een opdracht voor school moeten we mensen interviewen over hun werk’, verduidelijkte de eerste.
Ik grinnikte van binnen, want ik geniet al een tijdje van mijn basisinkomen: aow en een klein pensioen. Ik knikte dat dat mocht. De eerste bracht de rolverdeling nog even in de herinnering: zij zou de vragen stellen; de ander had een houten plankje met papier en potlood, dus die zou dan de antwoorden opschrijven.
‘Wat is uw beroep?’ vroeg ze en ik koesterde me even in het prettige gevoel dat die vraag bij me opriep.
‘Ik ben stembevrijdster’, zei ik en ik wachtte op hun reactie, want ik stelde me zo voor dat ze dat nog niet eerder als antwoord hadden gekregen. De blik van het vragen-meisje verscherpte zich; ze keek me heel geïnteresseerd aan.
‘Oh, daar heb ik nog nooit van gehoord! Wat doet u dan?’
Intussen schreef het andere meisje dat nieuwe beroep op. Met potlood: stembevrijdster.
Ik legde uit dat niet iedereen makkelijk haar of zijn stem gebruikt, om te zingen of om te praten. Dat sommigen bang zijn om geluid te maken. Niet altijd bewust, soms heel onbewust. En dat ik ook heel graag zing.
‘Ik zit op zangles’, zei de schrijfster. ‘Maar ik weet nog niet of ik daar mee doorga’.
De moeder van de ander zat op een koor en ze zongen thuis ook wel eens met Sinterklaas en Kerst en zo.
Er ontspon zich een gezellig gesprekje.
‘Maar zingen is toch iets anders dan stembevrijding’, pakte ik de draad weer op.
De vragenstelster herpakte zich onmiddellijk en knikte met haar hoofd naar haar vriendinnetje.
‘Ja, want het is ook een bijzonder woord’, zei ze. ‘Het gaat dus over bevrijden’, vulde ze aan. Haar blik dwaalde wat rond en ze keek wat peinzend. ‘Alsof die stem opgesloten zit. Anders hoef je die niet te bevrijden’. Ze keek me aan alsof ze me een vraag had gesteld en op antwoord wachtte. Voordat ik wat kon zeggen, ging ze verder terwijl ze zich tot het opschrijfmeisje richtte.
‘Weet je nog, toen Maartje voor de klas stond voor haar spreekbeurt en helemaal niets kon zeggen? De juf vroeg toen of ze haar tong verloren had, maar misschien zat haar stem gevangen.’ En voordat de ander er op in kon gaan zei ze: ‘ik heb dat ook een keer gehad. Toen mijn broertje zo erg gevallen was en hij helemaal niet meer bewoog. Er kwam geen geluid uit mijn mond, toen ik mijn moeder wilde roepen. Gelukkig kwam ze er toen net aan ….’ ze zweeg en leek in gedachten bij het voorval. We stonden daar met ons drieën, op straat en vielen stil bij de beelden die in ieder van ons waren opgeroepen.
Het opschrijfmeisje doorbrak de stilte.
‘Ehh… nou, het lijkt me wel interessant’. Ze pakte haar potlood.
‘Zal ik maar opschrijven dat een stembevrijdster helpt om stemmen uit de gevangenis te halen?’
Ik kon alleen maar stralend naar haar glimlachen en voelde ontroering.
Ze bedankten me netjes; dat hoorde natuurlijk bij de opdracht en ze liepen al pratend verder. Ook ik vervolgde mijn wandeling naar huis. Toen ik even later nog omkeek, keek één van de meisjes ook net en we zwaaiden naar elkaar.
Ik zond ze in gedachten mijn dankbaarheid na voor het kado dat ze me gaven met die nieuwe definitie van mijn vak.
Januari 2024