Noordoost Groningen. Een nogal ander landschap dan Amersfoort.
Daar pas ik sinds gisteren op de poezen en de planten in het heerlijke huis van Marjan, Christiaan en Loïs. En het is een ‘vreemd’ huis voor mij; ik logeerde hier niet eerder en sliep er afgelopen nacht voor het eerst. In een vreemd bed, in een vreemde omgeving.
De katten bekeken me zoals katten dat kunnen; ze keken mij uit de boom. Inmiddels geven we elkaar kopjes en komen ze aaien halen.
Het huis lijkt me ook ontvangen te hebben; het fornuis geeft alsmaar dubbele cijfers als mijn oog er op valt. Toen ik moest plassen vannacht knipoogde mijn telefoon 3.33 en tijdens het koffiezetten vanochtend bevestigde het koffiezetapparaat dat het goed was: 11.11.
Ik deed een rondje dorp en kwam net op tijd weer terug; sindsdien stortregent het inclusief onweer. We zouden er inmiddels aan gewend moeten zijn, maar ik blijf het vreemd vinden. Én ik tel mijn zegeningen met alle comfort om me heen; want het is ook weer fijn na een kleine week op het Lorelei Vrouwenfestival, in de camper van mijn dochter en schoonzoon en 4 dagen zingen en stil zijn in Baarlo, met als onderkomen de heerlijke tent van Marinske. Maar hier heb ik weer een echt bed en mijn lijf vind dat heerlijk.
Waar ligt het bestek, hoe werkt het koffieapparaat, waar zitten de lichtknopjes, oh ja, de tuindeur klemt en dat koken op inductie vraagt echt ff uitzoeken. Naast het complete overzicht op papier over hoe dit huis werkt, is het vandaag de eerste praktijk-dag. Dus allerlei eerste keren. Om het vreemde vertrouwd te maken, om de hartslag van dit huis te voelen, om af te stemmen met alles dat hier is.
En dat doen we eigenlijk overal waar we gaan, in alles wat we doen.
Na een paar dagen Lorelei ontstond er vanzelf een ritme in de dag; wakker worden, ontbijten, lekker warm doesjen en daarna de altijd weer leuke ontmoetingen met de vrouwen-van-de-koffie, afspraken met de Grootmoeders, de workshops, wat struinen langs de kraampjes.
Op de stem/stilte-retraite was er weer een heel andere afstemming; geen social talk, geen uitwisselingen met elkaar, maar wel naar hartelust zingen. Er werd verrukkelijk eten voor ons gemaakt en hier en daar waren er wat hand- en spandiensten rondom de keuken en het sanitair. En weer was de omgeving eerst vreemd en werd ze heel vertrouwd in de loop van de dagen.
Dat ervoer ik ook weer in de workshops die ik gaf bij Nanda Hunneman’s schrijf-challenge, tijdens de dagen op Lorelei en op het HealingFestival in Venwouden. Er waren nogal wat mensen die voor het eerst kwamen zingen vanuit stembevrijding. En ja, dan is het vaak eerst vreemd om (zoveel) geluid te (durven)maken. Onwennig om je stem te laten horen. Maar in de laatste rondes heeft iedereen, echt iedereen, zonder uitzondering, een andere stem; meer volume, meer klank, krachtiger, vrijer. En is er meer genieten.
Na afloop van die paar uur zingen blijkt er iets overwonnen, vooral veel ongemak, gêne en is er meer durf.
En precies dat is mij́n genieten, want zo is het mij ook vergaan. Elke keer dat ik iemand zie genieten van haar/zijn stemgeluid, geniet ik mee. En voel ik weer hoe heerlijk het is om die stap gezet te hebben: van aarzeling naar durven.
‘Hier ben ik, ik ben ….(Jan, Mieke, Teresia of Frenk) en dan zingen wij: ‘Hier ben jij, jij bent … en daarmee neemt zij/hij meer haar plaats in, in het leven, in de wereld. En dat is de bedoeling, want niemand anders kan die plaats innemen. Jíj hoort daar!
Dat zit ik allemaal te herbeleven in dit oppas-huis, dat al steeds vertrouwder voelt.
Na vandaag, de praktijkdag, is het hier minder vreemd en neem ik hier mijn plaats in en weet ik me welkom.
Tine voorspelde al dat het, gezien de weersvoorspelling, een ideale dag zou zijn om te schrijven.
Nou, dat klopt; dat weer is vreemd voor hoogzomer juli en het is ook heerlijk om hier te zijn en weer te schrijven.