Het was half september en ik reisde naar Leeuwarden. De laatste maanden had ik het ov vermeden maar het werd tijd om mijn nog geldige 60+ keuzedagen te gaan gebruiken en weer eens met de trein te gaan. Het was er rustig dus ik kon het verplichte muilkorfje af en toe wat onder mijn neus laten zakken, zodat ik voldoende frisse lucht binnen kreeg. Het was aangenaam om me te laten rijden, alleen maar wat naar buiten te kijken en ik genoot van het onderweg zijn.
Het is leuk om een plaats te bezoeken die je goed kent maar waar je al een tijd niet meer bent geweest. Hier lagen veel voetstappen van mij en dierbaren, verhalen, looproutes, geschiedenis. Ik dwaalde door de mooie binnenstad; het werd een middagje memory-lane. Je kent dat wel, dat mijmeren over de goede dingen, gevoed door het stralende nazomerweer dat alles nog net even meer doet glanzen.
Om drie uur begon de bijeenkomst waarvoor ik hier naar toe was gereisd en na even op een bankje bij de Grote Kerk in de zon te hebben gezeten, stapte ik de donkere entree van Zalen Schaaf binnen.
Het verraste me dat alles nog bij het oude was! De wijnrode gordijnen op het podium, de gedimde verlichting, de vintage handdrogers in de toiletten, zelfs de affiches van de eens zo roemruchte bands die hier optraden. Ik kreeg allemaal beelden van de vele keren dat we ter ere van de internationale vrouwendag op 8 maart hier mooie feesten hadden georganiseerd; veertig jaar geleden! Prachtig; uitverkochte zalen, vol vrouwenpubliek, spreeksters met nieuwe woorden en ideeen, vrouwenmuziek. Maar ook de dansuitvoeringen van de plaatselijke balletschool, de trouwrecepties, de schoolfeesten. Prachtig was het! Een echte feestlocatie. Toen.
Nu, vandaag, zag het er anders uit; door het anderhalve-meter-afstand-houden stonden de tafeltjes en stoelen ruim gerangschikt, was er veel ruimte tussen de bezoeksters. De stoel was hard en nadat de eerste spreeksters aan het woord waren geweest verdampte mijn romantische roze wolk in rap tempo. Ik rook opeens het verschraalde bier. De bitterballen kwamen langs en ieder doopte haar bal in hetzelfde kloddertje mosterd. Als ik opzij keek, zag ik het heldere licht buiten dat zo sterk contrasteerde met het schemerdonker waarin wij zaten.
'Zalen Schaaf mut blieven' stond er dertig jaar geleden al op de aanplakborden, als er weer eens een projectontwikkelaar een poging deed bij de gemeente om er 'moderne appartementen voor jonge gezinnen' neer te zetten. Schaaf zou afgebroken worden om 'ruimte te maken voor wonen in de Leeuwarder Binnenstad'. En telkens weer werd dat verijdeld, waren er verhitte inspraakavonden op het gemeentehuis en wonnen de sentimenten het van het grote geld, tot tevredenheid van velen. Een bezoeker vertelde dat er opnieuw sluiting dreigde en ik zag de pijn in zijn ogen.
Misschien was ik hier nu te lang weg, waren mijn herinneringen verbleekt en was het feestgedruis in mij verstomd. Hoe dan ook, ik voelde geen sprankje leven meer in het troosteloze complex. Zalen Schaaf was dood.
Aan het einde van het middagprogramma werden de broodjes geserveerd; ze waren te dun belegd en de soep in de witte plastic bakjes met een witte plastic lepel mocht de naam niet hebben. Na een kort en hartelijk afscheid van de aanwezigen haastte ik me naar buiten; het namiddaglicht zette de bomen op het plein en de smalle straatjes erom heen in een gouden gloed. Die ademde ik in en dankte in stilte het oude theater zeer voor haar bewezen diensten en al het moois dat onder haar dak had kunnen plaatsvinden. Ze verdiende een waardig afscheid, nog eenmaal een spetterend feest, een laatste eerbetoon, met gratis drank voor al haar geliefden en dan de fik er in - bij wijze van spreken dan - zodat ze eindelijk naar de hemel kon. Vaarwel!
Tijdens mijn terugreis ging de zon vlammend onder, tot het laatst zichtbaar in het vlakke Friese landschap. Ik offerde wat herinneringen aan het vuur; groette in gedachten wat medestrijdsters van toen. Sommigen waren overleden, anderen uit het zicht verdwenen. Relaties, mijn worstelingen tijdens het moederschap, dat fantastische optreden, het thuiskomen na een vakantie; zoveel herinneringen. Ik gaf ze vrij, het vuur louterde de laatste pijnresten en het geluk van ooit lichtte nog één keer op. Ik voelde me intens dankbaar voor wat geweest was.
Toen het donker het overnam van de schemering bracht elke kilometer het heden dichter bij. Those were the days, My Friend. Bye bye.
Ineke Verdoner