Confrontaties
We doen het goed. Volhouden is de boodschap. Er sterven nog steeds dagelijks mensen aan het virus. Dat is waar, kijk maar de cijfers, maar ik mis steeds meer de nuancering dat de mensen die overlijden (vaak) al onderliggende problemen hebben, zoals een slechte conditie, kwalen en ziektes; dat maakt dat het virus de druppel is. Ik woon in een woonvorm met ook veel ouderen en – even afkloppen – er is nog niemand besmet of ziek door corona. Dus het treft niet alleen ouderen, het treft mensen met een zwakkere conditie. Het confronteert ons met onze kwetsbaarheid.
We doen het goed en we wennen er ook wat aan. Dat merk ik zelf en ik hoor het alom. Ik doe de yogaklas online, bel en app intensief met velen en ben blij dat we elkaar zo nu en dan op gepaste afstand even spreken in de binnentuin van onze woongroep. De anderhalve meter afstand is het nieuwe normaal, maar naast dat ik er geoefender in raak, werkt die niet-nabijheid ook vervreemdend. Ik mis omhelzingen, onze aanwezigheid bij de yoga, het niet-alert hoeven zijn. Voorlopig moeten we ons schikken in de onaanraakbaarheid en dat confronteert ons met verduren.
Die films op tv, maar ook mijn eigen filmpjes via what's app laten me een leven zien, dat pas nog zo gewoon was en nu niet meer. In het begin genoot ik zonder meer van de stilte en het kunnen horen zingen van de vogels. Maar meer en meer dringt het tot me door dat deze lockdowns een voorronde zijn in een wezenlijke verandering.
Ik zie grote kansen en heb hoopvolle verwachtingen; voor het milieu, voor een gegarandeerd basisinkomen, voor betere lonen voor de mensen die werkzaam zijn in de vitale beroepen, voor maatregelen tegen schandalige bonussen en grootschalige belastingontduiking. Maar het is onzeker of we dat voor elkaar kunnen krijgen. Of we al zover zijn om de kansen te pakken waar mensen over spreken en dromen; of we gaan doen wat iedereen ten goede komt in plaats van de 1% zeer welgestelden op aarde. Het confronteert ons met wakker worden en durven opstaan vóór verandering.
Het meest confronterende vind ik de onomkeerbaarheid.
Het is doodstil in die vermaledijde koopgoot; steeds meer winkelpanden staan leeg. Ik mis de overvolle terrassen op de pleinen, het voordringen in de rij voor de ijswinkel. Dat alles maakte ook deel uit van mijn definitie van het leven. Alle festivals, concerten, sportevenementen zijn afgelast. Prima. Logisch en natuurlijk kan ik daar mee leven. Maar kan ik ook leven met zoveel afstand, zonder huidcontact, voor langere tijd, zonder einddatum en zicht op hoe het straks verder gaat?
Vast! Er is zoveel schoonheid in de natuur. Meer dan ooit dank ik de bomen en struiken die het elk jaar weer doen: tot bloei komen, groen worden, hun bladeren ontvouwen. Ik geniet van het uitzicht op de langzaam donkerrood kleurende Beuk en het frêle groen van de Treurwilg. En de vertraging niet te vergeten; Kairos krijgt alle ruimte, Chronos is meer op de achtergrond voor heel veel mensen. Dat geeft rust.
Én .. ik mis de 'oude' levendigheid.
Als ik via internet een interview met Gregg Braden beluister duidt hij mijn verwarring: we zijn aan het afscheid nemen. Voor mij is het niet het verlies van een dierbare, maar afscheid van het bekende leven dat is heengegaan. Ik herken de fasen die Kübler-Ross heeft beschreven in mijn stemmingen en hoor het ook in de verhalen van anderen. Ik ben niet de enige en het doet me goed om het zo te benoemen: ik ben in de rouw.
Zorg voor jezelf en pas op elkaar.
Wat je aandacht geeft groeit!
Ineke Verdoner